Vandaag tijdens rondetafelgesprek met enkele ondernemers geschokt geluisterd naar de desastreuze impact van Facebook op het leven van enkele van hun tieners. Terugkerende element bij verschillende kinderen bleek dat deze kinderen na een pestcampagne op Facebook (binnen hun vriendenkring) door hun respectievelijke vaders als ‘beschadigd voor het leven’ werden omschreven. Meisjes die in zichzelf keren, kinderen die hun school wensen te verlaten, kinderen die over zelfmoord beginnen denken en praten, kinderen wiens karakter verandert na maandenlange pestcampagnes op Facebook.... Ook terugkerend in de verhalen: de ouders vernemen pas na lange tijd dat het probleem te wijten is aan Facebook.
Enkele weken geleden was er ook een Facebook incident op de school van mijn kinderen, waarbij een kind dat de school vorig jaar verlaten had een soort haatcampagne begon tegen de vroegere school. De kinderen van de geviseerde school zetten in groep de aanval in tegen diegene die hun school en klas besmeurde. Het mondde uit in een virtuele oorlog waarin de directie uiteindelijk diende in te grijpen. Ik heb sinds het incident veel nagedacht over de impact van Facebook en kwam tot volgende bedenkingen, waarvan ik er sommige aan mijn kinderen probeer mee te geven.
1. Facebook is niet gemaakt voor kinderen onder de 13 jaar.
2. De meeste kinderen tussen 10 en 13 hebben een Facebook account. Ook die van mij.
3. Een kind dat gepest wordt op Facebook ervaart de tegen hem gerichte teksten en beelden als permanente beschadiging.
4. Een kind dat gepest wordt op Facebook zoekt geen hulp omdat het meent dat alle hulp te laat komt.
5. Het kind dat gepest wordt op Facebook komt hiermee niet naar de ouders omdat ouders in deze materie ongeloofwaardige hulpverleners zijn zonder credibiliteit.
6. De controle van de agressor op het gepeste kind is totaal. Het gepeste kind heeft de indruk alle controle op de realiteit verloren te hebben door de virale uitwaaiering van tekst en beeld, en door het vermeende feit dat alleen de agressor tekst en beeld kan aanpassen.
Dat brengt me tot de volgende gedachten:
7. Wie Facebook gebruikt is eigenlijk een uitgever.
8. Hij/Zij heeft evenveel macht als Murdoch. Zowel ten goede als ten kwade.
9. Een kind dat op Facebook wordt gepest of aangevallen maakt als uitgever een crisis mee die te vergelijken is met een olieramp zoals het niet te stoppen onderzeese olielek van BP. Het drama is totaal, wereldwijd en allesoverheersend.
10. Als BP belaagd wordt omwille van zijn olielek schakelt het een crisis communicatie bureau in. Het bureau analyseert het communicatieprobleem, huurt tekst- en beeld huurlingen in en gaat ten aanval tegen iedereen die het zorgvuldig opgebouwde merk BP verstoort.
11. Vraag: Heeft een kind dat gepest wordt op Facebook een crisis communicatie bureau ? Niet dus. Of toch misschien ? Wat met de school ?
12. Op school meent men dat kinderen godsdienst of zedenleer moeten volgen. Het wordt tijd om er een religie aan toe te voegen: Facebook.
13. Elke school dient een Facebook code te ontwikkelen en duidelijk te communiceren aan al haar leerkrachten en leerlingen. De code dient uitgeprint te worden, overal opgehangen te worden, in de agenda’s gestoken te worden, en … op Facebook geplaatst te worden.
14. Facebook is het voornaamste communicatiemedium van onze kinderen. Elke school zou minstens een uur per week Facebook les moeten geven. Het hoeft geen uur per week alleen over de ins en outs van Facebook te gaan, Facebook kan gebruikt worden als platform om ook andere vakken aan te raken of aan te leren. Meer nog, Facebook zal niet blijven bestaan, maar sociale media wel. Kinderen moeten onderwezen worden in deze problematiek. Powerpoint spreekbeurten maken is niet meer voldoende vandaag.
15. We moeten onze kinderen dus leren dat ze via Facebook uitgever zijn. We moeten hen daarom leren hoofdredacteur te worden van hun Facebook gebruik, en bij uitbreiding de hoofdredacteur van hun leven.
16. Kinderen linken hun eigen-waarde aan wat er over hen op Facebook wordt geschreven.
17. Hun eigen-waarde wordt door Facebook netjes voor hen berekend: aantal teksten, likes, foto’s, comments, shares enz…en als ze willen alles in grafiekvorm.
18. We moeten kinderen leren dat Facebook slechts een onderdeel is van hun virtuele identiteit.
19. We moeten de kinderen helpen hun eigen-waarde te herberekenen, niet alleen volgens Facebook, maar gekoppeld aan hun volledige virtuele identiteit. (Daarin ligt een mogelijke tegenaanval tegen pestgedrag via Facebook, een methode die zij zelf onder controle hebben en kunnen uitvoeren. Wie hierin eventueel geinteresseerd is aarzel niet om me een mailtje te sturen.)
20. Alle papa’s en mama’s moeten een Facebook account hebben.
21. Papa’s en mama’s moeten hun kinderen begeleiden in hun eerste Facebook jaren. (Ik weet niet of het relevant is, maar ik zit regelmatig samen met de jongens om samen door hun Facebook account te gaan, en dan spreken we over wie wat allemaal zegt en schrijft, en soms beslissen we samen om vriendjes te ‘ontvrienden’.)
22. Ik aanvaard dat Facebook voor mijn kind momenteel God is.
Gert Van Mol
gert.vanmol@groepg.eu